
Jurisprudentie
BH2035
Datum uitspraak2008-12-10
Datum gepubliceerd2009-02-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers393154
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-02-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers393154
Statusgepubliceerd
Indicatie
Auteursrecht; onrechtmatige daad; slaafse nabootsing; rectificatie onjuiste partij-aanduiding
Rectificatie van de partij-aanduiding van Metro Holding in Metro Nederland is in het onderhavige geding geen aanvaardbaar middel tot herstel van de gestelde vergissing, dat abusievelijk de moedermaatschappij is gedagvaard in plaats van de dochtermaatschappij. Indien tot rectificatie zou worden overgegaan, is Metro Nederland in haar verdediging geschaad.
Auteursrecht met betrekking tot zitbanken. Geoordeeld wordt dat geen sprake is van een van een werk dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, zodat niet geoordeeld kan worden dat sprake is van een inbreuk op een auteursrecht. De combinatie van de genoemde elementen betreft slechts een zeer beperkte variatie op eenzelfde thema zoals dat bij andere zitbanken ook te zien is en is niet een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. Het beroep op slaafse nabootsing wordt verworpen.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 393154 / HA ZA 08-833
Vonnis van 10 december 2008
in de zaak van
de vennootschap naar Pools recht
FF POLMEX SPOLKA Z.O.O.,
gevestigd te Gryfow Slaski (Polen),
eiseres,
advocaat mr. A.S. Dogan,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
METRO CASH AND CARRY INTERNATIONAL HOLDING B.V.,
gevestigd te Diemen,
2. A,
gevestigd en zaakdoende te,
zonder bekende woon- en verblijfplaats in Nederland,
gedaagden,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Partijen zullen hierna (ook) Polmex, Metro Holding en A genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 januari 2008, met bewijsstukken,
- de conclusie van antwoord, met bewijsstukken,
- het tussenvonnis van 4 juni 2008,
- het proces-verbaal van comparitie van 2 oktober 2008, met de daarin vermelde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Polmex ontwerpt, fabriceert en verkoopt meubelen. Onderdeel van haar collectie is onder meer de zitbank Country.
2.2. Metro Holding is een onderneming waarvan de bedrijfsomschrijving luidt:
“Het deelnemen, het besturen, het oprichten en financieren van vennootschappen, ondernemingen. Het verbinden en verpanden van vermogen van de vennootschap voor verplichtingen van vennootschappen en ondernemingen waarmee het een groep vormt. Het investeren in vermogen en in port-folio beleggingen in het algemeen. Het verlenen van diensten in het algemeen. Het verrichten van alle activiteiten van financiële en commerciële aard.”
2.3. Metro Holding is de holdingmaatschappij van een concern waartoe onder meer Metro Cash & Carry Nederland B.V. (hierna: Metro Nederland) behoort. De bedrijfsomschrijving van Metro Nederland luidt:
“Het exploiteren van zelfbedieningsgroothandels in Food en Non Food artikelen”.
2.4. Metro Nederland handelt tevens onder de namen Makro Nederland en Makro Zelfbedieningsgroothandel. Zij heeft verschillende nevenvestigingen en is houder van de domeinnaam makro.nl. Enig aandeelhouder van Metro Nederland is Metro Distributie Nederland B.V., waarvan de enig aandeelhouder Metro Holding is.
2.5. A, die handelt onder de naam A Trading, produceert onder meer sofa’s, bankstellen, zetels en fauteuils, waaronder de zitbank Country, die lijkt op de Country van Polmex.
2.6. A en de heer B van Polmex hebben elkaar in 2004 op een beurs ontmoet, waarbij gesproken is over een vorm van samenwerking met betrekking tot een bank met het uiterlijk van de Country. Tot een samenwerking is het echter niet gekomen.
2.7. Bij brief van 31 augustus 2007 heeft de raadsvrouw van Polmex Metro Nederland onder meer gesommeerd iedere inbreuk op het auteurs- en modelrecht onmiddellijk te staken en gestaakt te houden. Daarbij is Metro Nederland voorts aansprakelijk gesteld voor alle schade die Polmex heeft geleden en nog zal lijden door het inbreukmakend en onrechtmatig handelen.
2.8. Bij brief van 21 september 2007 heeft de raadsvrouw van Polmex A onder meer gesommeerd iedere inbreuk op het auteurs- en modelrecht van Polmex, althans voor wat betreft Nederland, onmiddellijk te staken en gestaakt te houden.
3. Het geschil
3.1. Polmex vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden hoofdelijk te veroordelen om:
I. met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te (doen) houden iedere inbreuk op de auteursrechten van Polmex met betrekking tot het meubelmodel Country, alsmede het onrechtmatig handelen jegens Polmex, en gedaagden in het bijzonder te verbieden het meubelmodel Country, openbaar te (doen) maken en/of te (doen) verveelvoudigen, in het bijzonder door producten identiek aan of in overwegende mate gelijkend op het genoemde meubelmodel van Polmex, in Nederland te (doen) fabriceren en/of aan te (doen) bieden in brochures en/of digitale advertenties en/of op een website die vrij toegankelijk is voor het Nederlandse publiek dan wel op een andere wijze aan te (doen) bieden en/of tentoon te (doen) stellen en/of in voorraad te (doen) houden en/of te (doen) verkopen en/of te (doen) leveren en/of in Nederland te (doen) importeren en/of naar Nederland te (doen) exporteren en/of te (doen) verhuren en/of uit te (doen) lenen en/of op welke titel dan ook in Nederland te (doen) verhandelen en/of in het verkeer te (doen) brengen, zulks op straffe van een direct opeisbare dwangsom van EUR 10.000,- voor elke overtreding en voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt;
II. binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis aan mr. N.D.R. Nefkens dan wel mr. A.S. Dogan, althans bij hun ontstentenis aan één van de andere advocaten van Van der Steenhoven Advocaten, onder overlegging van kopieën van offertes en/of facturen en/of bankafschriften en/of andere relevante documenten of bescheiden een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave te verstrekken van:
a. het aantal gefabriceerde en/of ingekochte en/of verkochte en/of in voorraad zijnde inbreukmakende producten;
b. de kostprijs, de inkoopprijs en de verkoopprijs van de inbreukmakende producten, alsmede de door gedaagden met de verkoop en/of commerciële exploitatie van de inbreukmakende producten gemaakte bruto en netto winst;
c. de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, web- en e-mailadressen van de afnemers en/of van die personen c.q. rechtspersonen, niet zijnde particulieren, die gebruik gemaakt hebben van één van de inbreukmakende diensten van gedaagden;
d. de namen, adressen, telefoon- en faxnummers, web- en e-mailadressen van de fabrikant(en), (mede) importeur(s), tussenperso(o)n(en), agent(en) en leverancier(s) van de inbreukmakende producten;
e. alle media waarin en/of drager(s) waarop de inbreukmakende producten aangeboden worden en/of waarin afbeeldingen van de inbreukmakende producten zijn opgenomen en/of afgedrukt en/of afgebeeld, gespecificeerd naar soort media en/of drager(s), oplage en/of datum;
f. de bestaande voorraad inbreukmakende producten van gedaagden, met inbegrip van de aanwezige voorraad bij hun en/of haar afnemers c.q. derden, niet zijnde particulieren, op het moment van de dagvaarding, vonnis en dag der algehele voldoening;
g. de voorraad brochures en/of ander promotiemateriaal van gedaagden waarmee de inbreukmakende producten aangeboden worden en/of waarin afbeeldingen van de inbreukmakende producten zijn opgenomen;
h. de namen, adressen, telefoon- en faxnummer(s), web- en e-mailadressen van de digitale marktplaatsen waarop door gedaagden advertenties zijn geplaatst alsmede de kosten die door gedaagden met het plaatsen van deze advertenties zijn gemaakt, gespecificeerd naar marktplaats(en), advertentie(s) en tijdvak;
III. binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis alle inbreukmakende producten terug te halen bij hun afnemers c.q. derden, niet zijnde particulieren, en deze binnen dezelfde termijn aan Polmex af te staan, zulks ter vernietiging op kosten van gedaagden, zonder dat Polmex daarvoor een vergoeding verschuldigd is;
IV. binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis afgifte te doen van de in Nederland aanwezige voorraad van inbreukmakende producten en brochures en/of ander promotiemateriaal en daarvan aan Polmex afgifte te doen, zulks ter vernietiging op kosten van gedaagden, zonder dat Polmex daarvoor een vergoeding verschuldigd is;
het gevorderde onder (naar de rechtbank begrijpt) II, III en IV op straffe van een direct opeisbare dwangsom van EUR 10.000,- voor elke overtreding en voor iedere dag dat deze voortduurt;
V. binnen dertig dagen na het in deze te wijzen vonnis aan Polmex af te dragen de door gedaagden uit de inbreukmakende handelingen genoten winst;
VI. de kosten van deze procedure, meer in het bijzonder de volledige feitelijk door Polmex gemaakte kosten, in de zin van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, te vergoeden.
3.2. Polmex legt daaraan - kort weergegeven - ten grondslag dat het meubelmodel Country van A nagenoeg gelijk is aan dan wel in overwegende mate lijkt op het door haar ontwikkelde meubelmodel met diezelfde naam. Door het zonder toestemming van Polmex in commerciële zin op de Nederlandse markt brengen en het verveelvoudigen van de Country van A maken Metro Holding en A inbreuk op het auteursrecht van Polmex op haar Country. Ook is het handelen van Metro Holding en A onrechtmatig jegens Polmex, aangezien de Country van A vermoedelijk van inferieure kwaliteit is en tegen lagere prijzen wordt verhandeld. Hierdoor haken Metro Holding en A op onrechtmatige wijze aan bij en wordt door hen op parasiterende wijze geprofiteerd van het succes en de exclusiviteit van de Country van Polmex. Verder is sprake van slaafse nabootsing. A had, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en de bruikbaarheid, op bepaalde punten evengoed een andere weg kunnen inslaan. Door klakkeloos dezelfde (combinatie van) kenmerken over te nemen heeft A opzettelijk verwarring gezaaid bij de consument. Deze verwarring wordt verder in de hand gewerkt doordat A de bank ook Country heeft genoemd, aldus steeds Polmex.
3.3. Metro Holding en A voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Rectificatie
4.1. Allereerst behandelt de rechtbank het meest verstrekkende verweer van Metro Holding en A, te weten het verweer dat de aan de vordering ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden Metro Nederland, en dus niet Metro Holding, regarderen. Polmex heeft in de door haar genomen akte rectificatie naamsvermelding aangegeven dat van aanvang af bedoeld is Metro Nederland te dagvaarden, zodat sprake is van een kennelijke en kenbare vergissing. Verzocht wordt om een rectificatie van de naam van Metro Holding, in de zin dat daarvoor Metro Nederland wordt gelezen.
4.2. Rectificatie van een aanvankelijk onjuiste partij-aanduiding is een aanvaardbaar middel tot herstel van een gemaakte vergissing wanneer het onder de gegeven omstandigheden voor de processuele wederpartij kenbaar was dat van een vergissing sprake was, die wederpartij door de vergissing en de rectificatie daarvan niet is benadeeld of in haar verdediging is geschaad, en de rectificatie tijdig heeft plaatsgevonden.
4.3. Daargelaten of sprake is van een kenbare vergissing, is de rechtbank van oordeel dat Metro Nederland, indien tot rectificatie zou worden overgegaan, in haar verdediging is geschaad. Zij heeft immers niet de gelegenheid gehad voor antwoord te concluderen. Ook is Metro Nederland de mogelijkheid ontnomen om een vrijwaringsincident op te werpen. Dit is een belangrijk verschil ten opzichte van de door Polmex aangehaalde uitspraak HR 14 december 2007, NJ 2008, 10. Polmex wordt niet gevolgd in haar ongemotiveerde stelling, dat geen verweren verloren zijn gegaan. Zonder meer kan niet worden aangenomen dat Metro Nederland dezelfde verweren zou hebben gevoerd als Metro Holding en A.
Het voorgaande leidt ertoe dat rectificatie van de partij-aanduiding van Metro Holding in Metro Nederand in het onderhavige geding geen aanvaardbaar middel tot herstel van de gestelde vergissing is. Nu de vordering van Polmex betrekking heeft op Metro Nederland, zal de vordering tegen Metro Holding worden afgewezen.
Auteursrecht
4.4. Daarmee wordt toegekomen aan de beoordeling van de vraag of A inbreuk op een aan Polmex toebehorend auteursrecht heeft gemaakt. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een inbreuk op een auteursrecht dient eerst te worden vastgesteld of sprake is van een werk dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt. Daarvoor geldt het criterium dat het desbetreffende werk waarvan bescherming wordt ingeroepen een eigen, oorspronkelijk karakter moet bezitten en een persoonlijk stempel van de maker moet dragen. Door de Hoge Raad is dat criterium onlangs opnieuw geformuleerd in de uitspraak HR 30 mei 2008, RvdW 2008, 567 (Endstra-tapes) met de toevoeging dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk en dat de eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus een voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.
4.5. Het eigen karakter van een werk komt onder meer tot uitdrukking in de zogenoemde subjectieve elementen. Die elementen zijn naar de stelling van Polmex bij haar Country de originele combinatie van de romantisch vormgegeven armleuningen, de afwijkende poten, bestaande uit twee op elkaar rustende plat geslagen ballen, waarvan de onderste kleiner is, de rugkussens die op de armleuningen rusten, de brede zitkussens, het onderstel van de bank, met de naad die net onder de zitkussens is doorgetrokken, de afwijkende diepte van de bank van 100 centimeter en de afwijkende diepte en hoogte van de zit van 104 centimeter. Ter zitting heeft de rechtbank geconstateerd dat de poten van de Country van A verschillend zijn van die van de Country van Polmex. Voorts zijn de diepte en hoogte van de bank, de lengte van de zitkussens en het onderstel naar het oordeel van de rechtbank enkel het resultaat van functioneel objectieve en in de meubelbranche gebruikelijke uitgangspunten, zoals door A aangevoerd en door Polmex onvoldoende betwist. Dan blijven over de elementen “romantisch vormgegeven armleuning” en “de rugkussens die op de armleuning rusten”. De combinatie van deze twee – ook volgens Polmex – in de branche gebruikelijke elementen, in onderlinge samenhang beschouwd met de hiervoor genoemde (afwijkende dan wel niet beschermde) elementen, maken niet dat de Country van Polmex een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. De combinatie van voormelde elementen betreft slechts een zeer beperkte variatie op eenzelfde thema zoals dat bij andere zitbanken ook te zien is en is niet een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes. Het vorenstaande leidt tot het oordeel dat geen sprake is van een werk dat voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt, zodat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van een inbreuk op een auteursrecht. De vraag of Polmex wel rechthebbende is op de auteursrechten op de Country van Polmex kan daarmee onbesproken blijven.
4.6. Het voorgaande betekent dat de vordering van Polmex, voor zover gegrond op auteursrecht, dient te worden afgewezen.
Onrechtmatig handelen
4.7. Vervolgens komt de vraag aan de orde of A op onrechtmatige wijze aanhaakt bij en op parasiterende wijze profiteert van het succes en de exclusiviteit van de Country van Polmex. A betwist dat daarvan sprake is. Op zich is het profiteren van andermans product, bedrijfsdebiet, inspanning e.d., niet onrechtmatig, ook niet als dat nadeel toebrengt, zoals in het onderhavige geval de door Polmex gestelde schade omdat het model nu (in de woorden van Polmex) “stuk” is. Daarvan kan slechts sprake zijn indien er verwarring geschapen wordt en dit nodeloos gebeurt. Dat de Country van A volgens Polmex van inferieure kwaliteit zou zijn en tegen een lagere prijs wordt verhandeld, vormt zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, op zich dan ook geen omstandigheid die onrechtmatig handelen oplevert. Nu Polmex haar vordering uit onrechtmatige daad voor het overige onderbouwt met een beroep op slaafse nabootsing, zal de rechtbank het beroep daartoe beperken.
4.8. Van het door Polmex gestelde onrechtmatig handelen door A in de vorm van slaafse nabootsing kan slechts sprake zijn, indien het gaat om nabootsing van een product met voldoende onderscheidend vermogen, en bij die nabootsing, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid, evengoed een andere weg had kunnen worden ingeslagen terwijl door dit na te laten verwarring wordt gesticht.
4.9. Voor onderscheidend vermogen is vereist dat het product zich uiterlijk van de andere in de handel zijnde modellen aanmerkelijk onderscheidt, zodat het product een eigen plaats in de markt inneemt. De Country van Polmex voldoet hier niet aan en heeft dan ook onvoldoende onderscheidend vermogen. Ook hier geldt dat Polmex het verweer van A dat het uiterlijk van de Country van Polmex het resultaat is van functioneel objectieve en in de meubelbranche gebruikelijke uitgangspunten, onvoldoende heeft betwist. Uit de stellingen van Polmex volgt dat zij er eveneens vanuit gaat dat de door haar aangehaalde elementen gebruikelijk zijn in de branche. De combinatie van die elementen maakt niet dat sprake is van onderscheidend vermogen. De enkele omstandigheid dat die combinatie uniek is, indien dat al juist is, is daartoe onvoldoende. Het beroep van Polmex op slaafse nabootsing wordt om die reden verworpen.
4.10. Een en ander voert tot de slotsom dat het door Polmex gestelde onrechtmatig handelen door A niet is komen vast te staan, zodat de vordering van Polmex ook op die grondslag niet kan worden toegewezen.
Slotsom
4.11. De vorderingen van Polmex zullen worden afgewezen. Gezien het voorgaande behoeven de overige stellingen en verweren geen bespreking meer.
4.12. Polmex zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. A en Metro Holding hebben vergoeding van de volledige proceskosten gevorderd. Nu de vordering van Polmex een gemengde grondslag heeft (zowel auteursrechtinbreuk als onrechtmatige daad (i.c. slaafse nabootsing)) acht de rechtbank termen aanwezig om de helft van de kosten toe te rekenen aan de gestelde auteursrechtinbreuk en de andere helft aan de slaafse nabootsing. Gelet op de omstandigheid dat de raadsman van A en Metro Holding ter comparitie heeft aangegeven dat deze zaak niet zo ingewikkeld is, wordt, met in acht name van de door het LOVC vastgestelde Indicatietarieven in IE-zaken, een bedrag gelijk aan de helft van EUR 8.000,- in het onderhavige geval redelijk en evenredig geacht voor wat betreft de gestelde auteursrechtinbreuk. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen. Ten aanzien van de overige kosten zal de helft van het gebruikelijke liquidatietarief worden toegepast. De kosten aan de zijde van A en Metro Holding worden derhalve begroot op:
- vast recht EUR 254,00
- salaris advocaat EUR 4.000,00 (m.b.t. de auteursrechtelijke grondslag)
- salaris advocaat EUR 452,00 (2,0 punten × factor 0,5 × tarief EUR 452,00, m.b.t. de overige kosten)
Totaal EUR 4.706,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Polmex in de proceskosten, aan de zijde van A en Metro Holding tot op heden begroot op EUR 4.706,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2008.?